Albert Kerssies (directeur VTW): Toezicht moet meegroeien in veranderende rol woningcorporaties

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Het interne toezicht moet in een zo vroeg mogelijk stadium met de bestuurder aan tafel zitten. Dat zegt Albert Kerssies, directeur Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). “Dat is nodig om de bestuurder scherp te houden zodat de corporatie in staat is om in te spelen op de maatschappelijke veranderingen en uitdagingen van onze tijd.” Een gesprek over de bedoeling achter kille cijfers, balans tussen bestuur en toezicht en hart hebben voor volkshuisvesting.

Albert begon zijn carrière aan de Wageningen Universiteit. “Daar ben ik ook gepromoveerd. Als manager van praktijkonderzoek in de glastuinbouw gaf ik uiteindelijk leiding aan honderd onderzoekers. Nieuwsgierigheid of ik dit ook bij een andere organisatie zou kunnen, dreef mij ertoe om bij SenterNovem aan de slag te gaan. Als manager van professionals die de duurzaamheid van gemeenten en corporaties moesten stimuleren.” 

VTW
“In 2008 zocht de VTW voor het eerst een directeur, na een periode met een meewerkend bestuur te hebben gewerkt. De VTW wilde professioneler gaan werken en de dekkingsgraad van net 50 procent van de doelgroep moest drastisch omhoog. Een uitdaging voor mij om echt pionierswerk te doen. Het interne toezicht van de corporatiesector had destijds een nogal saai imago, maar dat is inmiddels wel veranderd door de vele maatschappelijke ontwikkelingen. Het heeft de vereniging goed gedaan. Inmiddels is bijna 100 procent van de toezichthouders in de corporatiesector lid van de VTW en zijn we een speler die ertoe doet in deze branche.”

Missie 
Over de missie van de VTW zegt Albert: “De VTW wil haar leden zo goed mogelijk ondersteunen met hun verdere professionalisering en hen ook bewust maken van hun maatschappelijke missie. Niet alleen naar de cijfers kijken, maar ook bedenken dat het uiteindelijk gaat om het huisvesten van sociaaleconomisch minder sterke huurders. Nieuwe VTW-leden moeten passie hebben voor de volkshuisvesting, want anders hoor je niet thuis in de sector,” vindt Albert. “Dat snappen onze leden tegenwoordig heel goed. Een tiental jaar geleden was dat lastiger.” 

Lidmaatschapskeurmerk
Het lidmaatschap van de VTW is nu gemeengoed geworden bij corporatiecommissarissen. Een belangrijke impuls hiervoor is dat de vereniging zich steeds verder heeft doorontwikkeld. “Inmiddels is het lidmaatschap bijna een keurmerk voor goed intern toezicht,” zegt Albert. “De lidmaatschapseisen zijn duidelijk: leden moeten zich houden aan de Governancecode Woningcorporaties, aan de interne beroepsregel omtrent honorering en zijn verplicht om jaarlijks minimaal vijf uren te besteden aan permanente educatie. Houdt iemand zich echt niet aan deze eisen, dan volgt schorsing en uiteindelijk royement.”

Balans
Goed toezicht is volgens Albert onder meer zorgvuldig de dialoog aangaan met de bestuurder. “Het interne toezicht moet daarvoor in een zo vroeg mogelijk stadium met de bestuurder aan tafel zitten. Alleen dan kun je de bestuurder scherp houden zodat de corporatie in staat is om in te spelen op de maatschappelijke veranderingen en uitdagingen van onze tijd.”

Hij geeft een voorbeeld. “Als een corporatie weet dat er betaalbaarheidsproblemen zijn bij huurders, dan kun je ervoor pleiten om de huren te verlagen. Dat heeft echter aan de andere kant tot gevolg dat de investeringsmogelijkheden onder druk komen te staan. Goed bestuur en toezicht behoren altijd de juiste balans te zoeken.” 

Ideaalbeeld
De veranderende wereld waarin corporaties acteren, vraagt ook om steeds meer competenties van de toezichthouder. Op de vraag of dé ideale toezichthouder bestaat, zegt hij: “Nee, het gaat meer om het hebben van een goed en divers team. Mensen die goed kunnen samenwerken en elkaar kritisch durven te bevragen. Maar ook weten welke kennis ingehuurd moet worden als die niet aanwezig is. Bovendien is een gezonde mate van zelfreflectie onontbeerlijk. Gemiddeld zijn er vijf commissarissen in een raad en dan is het dus een illusie om te verwachten dat bij één toezichthouder alle competenties aanwezig zijn. Wel heb je natuurlijk altijd in de raad basiscompetenties op het gebied van financiën, juridische zaken, vastgoed en governance nodig.” 

Rollen
Albert vervolgt: “De VTW onderscheidt in dit kader een aantal basisrollen van een commissaris. Dit zijn toezichthouder, klankbord en werkgever voor de bestuurder. En tegenwoordig ook de zogenaamde netwerkrol, gericht op – het bewaken van – de kwaliteit van de dialoog met belanghebbenden. Commissarissen moeten in een steeds vroeger stadium meedenken over zaken als strategie en contacten onderhouden met de juiste belanghouders. Daarbij dienen commissarissen echter wel ‘rolvast’ te zijn. Weten dus wat de eigen rol is en zich daaraan houden en regelmatig met de bestuurder elkaars rollen bespreken.” 

Gebrekkige IT-prestaties
Met de toenemende digitalisering van de corporatiesector – en daarmee gepaard gaande kansen én bedreigingen – behoren toezichthouders ook oog te hebben voor de IT-prestaties van corporaties. In een publicatie op VTW.nl staat dat 39 procent van de RvC-leden die stellen voldoende kennis in huis te hebben over IT en digitalisering, vindt dat de prestaties van de organisatie op deze onderwerpen nog tekortschieten. Op de vraag hoe zorgelijk Albert dat vindt, zegt hij: “Iedere organisatie, niet alleen woningcorporaties, heeft te maken met voortschrijdende behoeftes aan digitalisering en IT. Het is daarom noodzakelijk dat commissarissen de juiste vragen stellen. Zodat bijvoorbeeld niet iedere keer nieuwe softwarepakketten worden gekocht, terwijl er misschien wel betere oplossingen voorhanden zijn. Mijn indruk is dat corporaties op IT-gebied nog iets achterlopen ten opzichte van andere sectoren, maar deze achterstand wel inlopen. Het is een lastig onderwerp omdat het natuurlijk niet de corebusiness is, maar wel essentieel is om dit uitstekend onder controle te hebben.”

Opgaven en middelen 
Naast IT en digitalisering vraagt volgens Albert het thema ‘Opgaven en Middelen’ ook de opperste aandacht van corporaties en toezichthouders. “Een corporatie heeft drie opgaven: beschikbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid. Wat kun je doen met de beperkte middelen die er nu zijn? En in de toekomst? De juiste afweging maken tussen deze opgaven en de middelen is zeer belangrijk.” 

Focus
“Een ander belangrijk onderwerp vind ik de leefbaarheid van een wijk en kwetsbare huurders. Hoe zorg je ervoor dat de leefbaarheid goed blijft? Wanneer het bijvoorbeeld gaat om psychische problemen van huurders in een wijk, dan blijft volgens mij wel gelden dat de woningcorporaties zich op de eigen taak blijven focussen. Om dit soort problemen op te lossen, is het noodzakelijk dat je als corporatie de juiste partijen in het lokale of regionale netwerk herkent en daar goed mee samenwerkt.” 

Netwerken en governance
Hij vervolgt: “Corporaties zien zichzelf steeds meer als organisaties die een onderdeel vormen van netwerken om zo beter hun doelstellingen te kunnen bereiken. Maar hoe kan het toezicht zich blijven ontwikkelen om hiermee om te gaan? Wat zijn de grenzen van het toezicht in een netwerkorganisatie? Om proactief te onderzoeken welke vormen van intern toezicht in de context van netwerken passen, is een project gestart, gefinancierd door BZK, Aedes en VTW.” 

“Zeven corporaties richten zich in dit onderzoek op verschillende thema’s. Zo wordt in de Drechtsteden gekeken naar inkoop van energie en vormen van samenwerking op energiegebied. Andere corporaties richten zich onder meer op betaalbaarheid en leefbaarheid. Ook praktische zaken komen daarbij aan de orde. Mag je als corporatie eigenlijk wel een budget beschikbaar stellen aan zo’n netwerk?” 

Cijfer 
Als we Albert vragen even als slager zijn eigen VTW-vlees te keuren en een rapportcijfer te geven, zegt hij: “Ik vind dat onze leden zeker op het niveau van een acht opereren. Kijkend naar de toezichtsbrieven van de Autoriteit woningcorporaties en de visitatieresultaten blijkt dat de meeste corporaties het goed doen. Instrumenten als de toets Geschiktheid en Betrouwbaarheid – de fit- en proper toets – garanderen de basiskwaliteit van het toezicht. Daarnaast zorgt de VTW voor de juiste ondersteuning van haar leden om de kwaliteit te waarborgen. Dit betekent niet dat we er al zijn. We blijven nieuwe initiatieven ontplooien om de kwaliteit te stimuleren.” 

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: Jan van der Ploeg