Column: Beste Kees, nog één keertje?

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

De Autoriteit Woningcorporaties (Aw) heeft haar draai gevonden. Het huis van de corporatiesector is op orde. Misstanden zijn met wortel en al uitgeroeid. Bestuurders en toezichthouders zijn geschikt voor hun werk.

De ontwikkeling van de Aw als organisatie laat zich het best omschrijven als het beklimmen van een berg. De weg naar de top is zwaar en vol obstakels. Tijdens de reis hunker je naar het beloofde uitzicht. Eenmaal boven resteert opluchting. Dat je de top hebt bereikt en dat alle obstakels zijn overwonnen. Je geniet van het uitzicht. Je kunt zien dat links de zon schijnt maar dat er rechts onweer dreigt. 

De nieuwe rol van de Aw lijkt dus vooruitkijken. Van repressie naar preventie. Voorkomen dat het misgaat in plaats van ingrijpen nadat er iets is misgegaan. Als sector en Aw mogen we dit succes vieren. Samen hebben we bereikt dat de sector meer dan ooit van betekenis is voor de samenleving. Samen hebben we bereikt dat het imago weer loepzuiver is. Vanaf nu kijken we dus niet meer terug maar alleen nog vooruit.

Concreet gaat de Aw bijvoorbeeld inventariseren wat corona betekent voor de bedrijfsvoering van de corporaties. Ook gaat de Aw onderzoek doen naar de realisatiegraad van de corporaties. Doen we wat we afgesproken hebben met huurders en gemeenten?

Ik kan me voorstellen dat deze transitie van de Aw gevolgen heeft voor de organisatie. Om vooruit te kijken zijn andere competenties nodig. Een ander type medewerker die vanuit vertrouwen werkt en de bedoeling van corporaties centraal stelt. Ik ga deze transitie van de Aw met interesse volgen. 

Maar toch zou ik nog één keer een beroep op de controlecompetenties van de Aw-medewerkers willen doen. Namelijk een onderzoek naar de afspraken tussen corporaties en de Belastingdienst. Waarom?

We hebben vorig jaar een afspraak met de Belastingdienst gemaakt over de waardering van een sloophuis. Aan het eind van de levensduur van een huis volgt sloop. In krimp en anticipeergebieden grijpen we deze kans aan om minder huizen terug te bouwen. Bouwgrond wordt trapveldje. Van de nood een deugd maken zeg maar. 

Maar wel een dure deugd als het aan de Belastingdienst ligt. De dienst waardeert een sloophuis tegen verkoopwaarde. In onze boeken resteert slechts de grondwaarde. Gevolg hiervan is dat we minder verlies lijden en dus meer belasting, in de vorm van Vennootschapsbelasting, betalen. 

De Belastingdienst heeft lak aan alle waardebegrippen die we kennen. We probeerden houvast te creëren door een beproefde systematiek te hanteren. Niets daarvan. Het werd ordinair handjeklap met de inspecteur. Een overeenkomst volgde. Met een strikte geheimhoudingsclausule uiteraard. 

En dit laatste triggerde mijn veenkoloniale achterdocht. Wil de Belastingdienst ons laten geloven dat de deal zo goed is dat niemand het mag weten? De feiten zeggen iets anders. Het trapveldje dat we aan de gemeente overdroegen heeft volgens de Belastingdienst de waarde van een nieuwbouwkavel in een gloeiende woningmarkt. En dus tikken we miljoenen te veel af. 

Als de Aw de sector echt gezind is volgt hier een onderzoek naar. En worden alle afspraken tussen corporaties en de fiscus openbaar. Om vervolgens objectieve grondslagen en tarieven te introduceren zodat er een gelijk speelveld ontstaat en we in control zijn over onze fiscale positie. 

Bert Moormann is directeur-bestuurder van woningcorporatie Domesta in Emmen.

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia