Column: De kracht van Pietje Puk

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Een paar weken geleden mocht ik de naam onthullen van een seniorencomplex in Rotterdam-Ommoord. Die nieuwe naam hoorde bij een aangepast woonzorgconcept dat was ontwikkeld door een aantal betrokken partijen. In de toespraken werden al tipjes van sluiers opgelicht door woorden die werden gebruikt als ‘eigenzinnig’ en ‘hart van goud’. Uiteindelijk verscheen pontificaal ‘Pietje Bell Huis’ op de gevel. Applaus en lachende gezichten voelden als een bekroning van het vele werk dat was verricht. Dat intrigeerde mij.

Download hier het originele artikel uit CorporatieGids Magazine editie SBI November 2017

Onder de aanwezigen zag ik bewoners van het voormalige verzorgingshuis. Ik vroeg mij af of de naam ‘Pietje Bell’ bij hen ook de associaties opriep die aan het getransformeerde woon-zorgconcept waren toegedicht. Ongetwijfeld had bij menigeen de naam herinneringen opgeroepen aan de jeugdboeken van toen. In de tijd dat Chris van Abkoude de Pietje Bell-boeken schreef, was het niet gebruikelijk om kinderverhalen te schrijven vanuit het perspectief van het kind. Abkoude deed dat wel. Ook eigenzinnig.

Een paar dagen later dacht ik terug aan ‘Pietje Bell’ en wat dat bij mij opriep. Wat was er écht nodig, vroeg ik mij af, om de bewoners zich thuis te laten voelen in de woningen die wij blijkbaar zo ‘eigenzinnig’, ‘anders dan anderen’ en met een ‘hart van goud’ voor hen hadden ingericht? Zat het misschien in de gedachtengang van de schrijver, die vond dat je jeugdverhalen moest schrijven vanuit het perspectief van het kind? En als je dat vertaalde naar een woon-zorgconcept: kon dat ook alleen maar bedacht worden vanuit het perspectief van de ouderen?

De vraag stellen was hem eigenlijk ook beantwoorden. Natuurlijk stond degene die woon-zorg nodig had centraal. Maar hoe deden we dat dan? De naam ‘Pietje Bell’ bleef door mijn hoofd gaan. En zoals zo vaak als ik associatief nadenk, schoten anderen herinneringen daar dwars doorheen. ‘Pietje Bell’ linkte vrij vlot naar ‘Pietje Puk’. Ik las als kind alles van Pietje Puk. Het was in de tijd dat ik als zoon van een gastarbeider naar Nederland was gekomen. Pietje Puk was een postbode in het dorpje Keteldorp die daar met iedereen contact had. Hij kende de verhalen van de mensen die er woonden en zij kenden hem.

Ik kan mij herinneren dat ik dat als kind geweldig vond. Dat iemand met iedereen contact kon hebben en hun verhalen met een vriendelijke postbode-lach elke keer weer aanhoorde. Echte verhalen van echte mensen en daar het middelpunt van zijn. Dat was mijn Pietje Puk. En eigenlijk is dat, nu ik er zo over nadenk, 41 jaar later misschien wel de ware betekenis van ‘centraal stellen’. De verhalen van anderen aanhoren en dat als wezenlijk onderdeel zien van de taak die je hebt. En dan maakt het niet uit of je postbode bent of huismeester.

Want of je nou Pietje Bell heet of Pietje Puk. En of je in Keteldorp of in Rotterdam-Ommoord woont, het principe verandert niet. Met een hart van goud, midden tussen de mensen staan. Hen vertrouwen geven en zich veilig laten voelen. Dan mag je best een beetje eigenzinnig zijn of anders dan anderen, maar dan ben je vooral één met de anderen.

Hassan Najja is directeur-bestuurder bij seniorenhuisvester SOR in Rotterdam

Bron: CorporatieGids Magazine