Column: Nutriënten voor de volkshuisvesting

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Max Lugavere zegt: “We leven niet langer, we sterven langer.” Hij legt een link tussen de kwaliteit van voeding en slopende ziekten zoals hart en vaatziekten, alzheimer en psychische ziekten. Nog nooit eerder in de wereld was het mogelijk om zo goedkoop zoveel voedsel te produceren. Maar, het zijn vooral veel goedkope calorieën en niet de nutriënten die ons lijf nodig heeft. Die goedkope calorieën maken ons langzaam kapot. Mijn gedachten dwaalden af tijdens de podcast Star Talk waarin Lugavere niemand minder dan astrofysicus en smulpaap Neil deGrass Tyson probeerde mee te nemen in zijn betoog. Ik dacht aan andere goedkope en op grote schaal geproduceerde zaken die achteraf gevaarlijk bleken te zijn. Asbest. Van make-up en tosti-ijzers tot bouwmaterialen en koppelingsschijven van auto’s. Plastic. Ook goedkoop te produceren, op grote schaal gebruikt en met alle ellende van dien.

Met nieuwe ontwikkelingen komen nieuwe problemen die we dan vervolgens weer met nieuwe ontwikkelingen gaan oplossen, die weer nieuwe problemen met zich meebrengen, enzovoort. Het idee dat je met nieuwe technologieën problemen wel weer oplost heet ‘vooruitgangsdenken’, leerde ik van Jeroen Flipse tijdens één van zijn filosofietrainingen. We hebben met z’n allen een diep geworteld geloof in vooruitgang door intelligentie. Mensen die problemen zien die snappen het niet, zijn gewoon niet zo slim of niet dapper genoeg. En zo wuiven we problemen weg en rennen we ‘voorwaarts’.

In een samenleving waar één op de twee volwassen Nederlanders overgewicht heeft, waar we zeer hoge kosten moeten maken om effecten van eerdere keuzes recht te zetten, waar we de natuur opzadelen met de gevolgen van onze schijnbaar ontembare behoefte aan plastic. Te midden daarvan probeer ik me af te vragen wat ik vandaag kan doen om morgen ellende te voorkomen.

Zo ook in mijn werk in de volkshuisvesting. Hèt gouden moment zit altijd aan de voorkant: bij het maken van plannen voor woningbouw: keuze van materialen en installaties, mix van doelgroepen. Bij het opstellen van je huurbeleid: hoe gedifferentieerd beprijs je en welke groepen mensen leven daardoor naast elkaar? Bij het inhuizen van mensen: is er meer nodig dan een handtekening onder het huurcontract en de sleutel voor de voordeur? Als iemand belt met een vraag: zijn er misschien nog meer vragen of schuilt er een vraag achter de vraag? Wat kunnen we voorzijn door aan de voorkant alerter te zijn? Prognose informatie wordt daarbij steeds belangrijker. Die prognose informatie verrijken met ervaringen en observaties van collega’s en partners is absoluut noodzaak. Als we dat bewust en structureel doen, dan ben ik ervan overtuigd dat we als sector geen goedkope calorieën produceren – die heten dan ineens achterstandswijken – maar nutriënten die blijvend van waarde zijn voor het leven in onze wijken en buurten.

Merlien Welzijn schrijft op persoonlijke titel. In het dagelijks leven is ze directeur-bestuurder bij Woonpartners Midden-Holland.

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia