Column: Ruimtelijke ordening en wonen

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Het eerste kabinet-Rutte maakte een einde aan de nationale ruimtelijke ordening. Dat was volgens de toenmalige coalitie ‘een linkse hobby’. Daarmee verdween het ministerie van VROM. Het derde kabinet-Rutte kent zelfs geen afzonderlijk ministerie van Wonen. De verantwoordelijkheid van mevrouw Ollongren voor het wonen is verzopen in de veelheid van binnenlandse- en koninkrijkszaken.

Een aloude opgave voor de ruimtelijke ordening is het zorgen voor voldoende woningbouwlocaties. Het was de kracht van het groeikernenbeleid en het VINEX-beleid, dat in een doordacht nationaal ruimtelijk kader omvangrijke woningbouwprogramma’s konden worden gerealiseerd. Niet speculatieve grondposities van ontwikkelaars dienen leidend te zijn, maar omgevingsplannen, waarbij de bestemming de grondprijs bepaalt (residuele grondwaarde).

De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening (Jan Pronk) en de nota Ruimte (Sybilla Dekker) stonden in het teken van de netwerkstad en stedelijke netwerken. Het ging vooral om de vraag: hoe worden woon- en werkgebieden verbonden met verschillende infrastructuren: autowegen, fietspaden, openbaar vervoer, groenblauwe netwerken, energie- en warmtenetten, ICT-netwerken en riolering.

In het actuele publieke debat worden ruimtelijke keuzen versimpeld: moet er binnen of buiten de stad worden gebouwd? Binnen de stad bouwen zou betekenen: te weinig en te dure woningen, te veel fijnstof in de stad, een tekort aan groen en water, en woningen die verder de hoogte ingaan. Buiten de stad bouwen zou betekenen: aantasting van het landschap.

Hier biedt de netwerkstad uitkomst, die de integratie regelt tussen woon- en werkgebieden en infrastructuren. De regionale schaal is het vertrekpunt. Groenblauwe netwerken in en om de stad maken het mogelijk dat kinderen veilig buiten kunnen spelen en dat bewoners in het groen kunnen wandelen en sporten. Groenblauwe netwerken verbinden natuurgebieden en landschappen en bevorderen biodiversiteit. 

Het Klimaatakkoord laat zien dat de energietransitie een belangrijk ruimtelijk component heeft. Warmtenetten zijn locatiegebonden. De Regionale Energie Strategie (RES) legt het energiebeleid regionaal vast. Op de Noordzee komen steeds meer windturbines. Ook voor dit gebied is een ruimtelijk beleid onmisbaar.

Er moet een dynamisch evenwicht worden gerealiseerd tussen vraag en aanbod van hernieuwbare energie (smart grid), ook rondom zonneparken en datacentra.

Alles wijst erop dat de combinatie van klimaat- en woonbeleid een eigentijdse ruimtelijke ordening vergt. Inclusief een slagvaardig grondbeleid dat zorgt voor de beschikbaarheid van voldoende woningen die aansluiten op de woningvraag en de woningbehoefte, en zijn voorzien van hernieuwbare energie en ICT-verbindingen. Voorts moet ervoor worden gezorgd dat de woningbouw niet langer wordt gegijzeld door de stikstofproblematiek. Dit vergt een ingrijpende herstructurering van de agrarische sector en de mobiliteit. Langs deze weg kunnen de actuele tekorten van meer dan 300.000 woningen stapsgewijs worden weggewerkt.

Hugo Priemus is emeritus hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft.

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia