Column: We verkopen als corporaties te weinig woningen. U leest het goed: te weinig.

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Het aantal woningen dat corporaties verkopen, is de afgelopen jaren flink gedaald. Waar in 2015 nog zo'n 26.000 corporatiewoningen werden verkocht, waren dat er volgens het Kadaster in 2023 nog maar ruim 6.000. Waar we regelmatig zorgelijke krantenkoppen zien over het achterblijven van de woningbouwproductie, lijken weinigen zich zorgen te maken over het teruglopen van de verkopen. Sterker nog, in de meeste gemeenten klinkt het geluid dat verkoop van woningen door corporaties helemaal moet worden gestopt. We vergeten het wel eens, maar naast afspraken over het aantal te bouwen woningen, hebben corporaties met het Rijk ook afspraken gemaakt over het aantal te verkopen woningen: 50.000 om precies te zijn. Dat is nodig om de ambitieuze en noodzakelijke nieuwbouwplannen te realiseren.

Ik schrijf het wel eens vaker in mijn stukjes: het oplossen van de wooncrisis biedt een historische kans. We staan aan de vooravond van een nieuwe toekomst voor onze steden en dorpen. Een toekomst waarin woningcorporaties niet alleen een schild vormen tegen woningnood, maar ook een katalysator kunnen zijn voor sociale cohesie, diversiteit en duurzaamheid. Waarin niet alleen de optelsom in een Excel-overzicht telt, maar waarin we bouwen aan toekomstbestendige gemeenschappen. 

Juist het gericht verkopen is een krachtig instrument dat ons in staat stelt om te investeren in de wijken van morgen, om te bouwen aan een samenleving die inclusiever, dynamischer en veerkrachtiger is. Bouwen aan gemengde wijken waarin mensen met verschillende inkomens en achtergronden naast elkaar wonen, in plaats van de soms te eenzijdige wijken die in het verleden zijn neergezet. Dit bevordert sociale cohesie en vermindert segregatie. Het creëert wijken waar kinderen van alle achtergronden samen naar school gaan, waar buurten levendig en divers zijn.

Woningcorporaties bevinden zich in een unieke positie om verandering te sturen. Door een deel van hun bezit te verkopen, kunnen zij kapitaal vrijmaken dat hard nodig is voor de grote uitdagingen van deze tijd. Denk aan de verduurzaming van woningen, noodzakelijk om de klimaatdoelen te halen, en de bouw van nieuwe, betaalbare woningen. Die kwalitatieve keuze vraagt lef en een rechte rug om niet alleen de gewenste aantallen te realiseren, maar ook (of juist) op de plekken waar de stad en wijken ze echt nodig hebben. Dit zijn geen kosten, maar investeringen in de toekomst van onze samenleving. 

We moeten dus af van de misvatting dat verkoop van bezit leidt tot minder sociale huurwoningen. Het is juist andersom: elke verkochte woning vloeit terug naar de gemeenschap en leidt tot een investering in nieuwe woningen. In totaal komen er dus juist meer woningen bij. Het is een keuze voor vooruitgang boven stagnatie, voor vernieuwing boven behoudzucht. Wat werkelijk telt, is dat we zorgen voor een woningmarkt die toekomstbestendig is, waarin ruimte is voor iedereen, van starter tot senior, van huurder tot koper. 

De verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporaties is dus niet alleen een rationele keuze; het is een daad van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. Het is een investering in de toekomst, in sociale cohesie, en in de duurzaamheid van onze steden en dorpen. Laten we niet vergeten dat woningcorporaties geen doel op zich zijn. Ze zijn er om de samenleving te dienen, om in te spelen op de behoeften van vandaag en morgen. Net zoals verkoop een middel is en geen doel. Een middel om de middelen te krijgen die nodig zijn om te bouwen aan een rechtvaardige, duurzame toekomst. 

Sander Heinsman is bestuursvoorzitter Portaal

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia