Column: Woningwet ontstollen met beleidsregels

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Ik heb de Woningwet wel eens gestold wantrouwen genoemd. Een wet uit een tijd die vroeg om strenge regels die strikt nageleefd werden. Ons wordt vaak verweten dat we te veel op die regeltjes letten en te weinig aandacht hebben voor de vraag waar die regeltjes eigenlijk voor bedoeld zijn. Te weinig aandacht voor het volkshuisvestelijk belang dus; voor de vraag waar we het nou eigenlijk allemaal voor doen. Dat volkshuisvestelijk belang kan immers anders of misschien wel groter zijn dan de regels kunnen vangen. Toezichthouders moeten daarom door en over die regels heen kunnen kijken. Meer ‘principle based’ dan ‘rule based’ dus in goed Nederlands. Maar ja, dan moet je wel een wet hebben die dat mogelijk maakt. Een restrictieve wet máákt immers restrictieve toezichthouders.

Een restrictieve wet kan tot gekke dingen leiden. Stel dat je een zorgcomplex wilt verkopen aan de instelling die dat complex nu al in gebruik heeft, maar dat je een handjevol van de (zorg)woningen nog zelf verhuurt. Dat handjevol moet dan eerst openbaar aangeboden worden, terwijl de rest van  het complex moeiteloos verkocht kan worden. Of stel dat je een woning die onder een hoogspanningsmast ligt wilt verkopen aan de gemeente. Ook dan is openbare aanbieding nodig, terwijl het nu juist de bedoeling is dat deze woning uit de markt gehaald wordt. Een ander voorbeeld. Stel dat je een pand hebt dat al lang leeg staat en waar eindelijk een koper voor gevonden is maar dat de taxatiewaarde lager is dan de verkoopprijs. Wij kunnen de verkoop dan niet goedkeuren. Extra investeringen om de waarde omhoog te krikken kunnen dan nodig zijn voordat er goedkeuring gegeven kan worden. 

Dit zijn maar een paar voorbeelden uit de afgelopen jaren die geleid hebben tot veel irritatie, onbegrip en zelfs verlies van maatschappelijk vermogen. En dan heb ik het nu alleen nog maar over de verkoopregels. Voor de corporaties vervelend. Maar de regels bleken ook het ministerie in de weg te staan toen het ging over de verkoop van woningen in aardbevingsgebieden en over de afspraken rond het bezit van Vestia in maatwerkgemeenten. In beide gevallen moest er een aanwijzing aan ons gegeven worden om af te wijken van de wet. En dat is op zich ook weer problematisch, want een wetgever die zich al te veel met individuele gevallen bezighoudt moeten wij ook niet willen.

Daarom is het fijn dat de Aw meer discretionaire ruimte krijgt. Dat de Woningwet minder stringent wordt en de toezichthouder risicogericht kan werken en meer gericht op het volkshuisvestelijke belang. Ruimte om van geval tot geval te beslissen wat de beste oplossing is voor actuele vragen, in plaats van strakke kaders. Toch reageren sommigen ook daar weer terughoudend op. Enerzijds is de sector blij dat er meer ‘principle based’ gewerkt kan worden. Anderzijds is een strakke ‘rule based’ wet ook wel weer prettig; je weet waar je aan toe bent, het is helder en voorkomt willekeur. Om hier het juiste midden in te vinden, werken wij momenteel aan beleidsregels. Samen met de sector houden wij participatiesessies; online gesprekken met bestuurders, vakexperts van corporaties, toezichthouders en belangenbehartigers. 

Ik vind het mooi dat we zo verdere stappen kunnen zetten en dat we dat samen kunnen doen. Maar dat het ook spannend is, dat beseffen we allemaal. Ik hoop dus dat iedereen mee blijft denken en dat het een gezamenlijke stap wordt om te komen tot goede beleidsregels.

Kees van Nieuwamerongen is directeur Autoriteit woningcorporaties bij ILT

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia