Ernst Kuipers (voorzitter RvC Havensteder): Een veilige woonomgeving is van levensbelang

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Ernst Kuipers, voorzitter van de Raad van Bestuur van het Erasmus MC, werd ineens een bekende Nederlander door zijn wekelijkse persconferenties over de druk op de acute zorg en verdeling van IC-bedden in Nederland. Ook in talkshows als Jinek en Op1 is hij een graag geziene gast. Sinds kort is de door de wol geverfde medicus tevens voorzitter van de RvC van Havensteder. Een gesprek over de relatie tussen wonen en gezondheid, cool blijven in tijden van crises en de heilzame werking van een dak boven je hoofd.

Ernst verruilde in 2013 definitief zijn witte jas voor broek, blouse en colbert. Sindsdien bezigt hij als hoogleraar gastro-enterologie geen veldwerk meer, maar legt hij als topman in diverse boardrooms de vinger op de zere plek. Niet alleen in die van zijn eigen Erasmus MC in Rotterdam, maar ook als voorzitter van de Raad van Toezicht bij Philadelphia Zorg, een stichting met meer dan vijfhonderd zorg-vastgoedcomplexen waar mensen wonen en intensieve zorg of ambulante begeleiding krijgen.

Wonen en Zorg
Dit voorzitterschap verklapt misschien al waarom Ernst het element wonen in het domein wonen, zorg en welzijn zo belangrijk vindt. “Bij Philadelphia is het evident dat wonen en zorg met elkaar zijn verweven.” In het meer reguliere domein wonen is het volgens Ernst juist de uitdaging om de zorg niet of zo min mogelijk nodig te hebben. Als voorzitter van de Raad van Commissarissen bij Havensteder kan hij toezien op hoe de Rotterdamse corporatie daarin beweegt. Saillant detail: Vanachter zijn bureau op de veertiende verdieping van het enorme Erasmus-complex heeft hij vrij zicht op The Red Apple, het gebouw waar Havensteder is gehuisvest. Hedy van den Berk, voorzitter Raad van Bestuur Havensteder, kan zijn toeziend blik bijna voelen.

Veilig dak boven je hoofd
Al hangt de witte jas al jaren aan de spreekwoordelijke wilgen, in alles wat Ernst zegt klinkt de medicus in hem door. Ook als hem wordt gevraagd wat hij zo belangrijk vindt aan goede sociale volkshuisvesting. “Wonen is een cruciale factor – een eerste levensbehoefte – in het domein wonen, zorg en welzijn. Als mens en maatschappij willen we allemaal dat we langer zelfstandig kunnen wonen. Dan denken we vaak aan ouderen, maar gek genoeg begint het belang van een veilig dak boven je hoofd al in de situatie rondom zwangerschap en geboorte. Zo is een laag geboortegewicht een bepalende factor voor hart- en vaatziekten en kanker die zich in het latere leven van het kind kunnen openbaren. En een laag geboortegewicht kan het gevolg zijn van een stressvolle zwangerschap. Natuurlijk, een zo goed en gezond mogelijke leefstijl van de zwangere is essentieel voor de ontwikkeling van het kind. Iedereen snapt dat roken en drinken tijdens de zwangerschap het kind kan schaden. Maar het besef dat een veilige woonsituatie en een dak boven je hoofd minstens zo heilzaam zijn en een grote impact hebben op de zwangerschap en het latere leven van het kind, is veel minder bekend.”

Expertise en netwerk
Op de vraag of Ernst veel verschillen ziet tussen de medische wereld en de volkshuisvesting, zegt hij: “Iedere sector heeft deels zo zijn eigen gewoonten. Daarom is het ook mooi dat we als commissarissen over de schouder van bestuurders in andere sectoren meekijken. Iedereen neemt op zijn eigen manier expertise en netwerk mee. Op mijn beurt zie ik het ook in onze Raad van Toezicht bij Erasmus MC. We hebben natuurlijk iemand met een zorgachtergrond, maar ook iemand met een juridische achtergrond en een voormalig directeur uit het bedrijfsleven.” 

Fit
Wie het LinkedIn-profiel van Ernst bekijkt, of zijn pagina op Wikipedia, krijgt een indrukwekkende ‘track record’ te zien in het medische domein. Momenteel draait hij overuren in de bestrijding van COVID-19 en maakt hij lange werkdagen, zijn optredens in het avondprogramma van Jinek erbij opgeteld. Op de vraag hoe de wetenschapper het allemaal managet, lacht hij hartelijk en zegt: “Fit blijven is het geheim. Gezond eten, genoeg bewegen. Of eigenlijk is dat juist geen geheim – klink ik toch weer even als dokter – iedereen zou moeten weten dat een gezonde geest in een gezond lichaam belangrijk is.”

Cool
Op de vraag hoe hij dat doet in deze crisistijd, zegt hij: “Ik heb me van jongs af aan eigenlijk nooit de kop gek laten maken. Het helpt je in een crisissituatie ook helemaal niet. Overigens vind ik crisis in de coronacontext een raar woord. De overstroming van de VU in Amsterdam een paar jaar geleden, dát is een voorbeeld van een acute crisis in de zorg. Er gebeurt iets abrupts en dat duurt dan een paar uur of paar dagen. Het ‘acute' van de coronacrisis is er in Nederland na ruim een jaar wel af. Het vraagt nog iedere dag om nuchter en cool te blijven en keuzes durven te maken. Wat geef ik voorrang? Wat kan wachten? Als je daar niet tegen kunt, ga je aan stress ten onder.” 

Reanimatie
Hij vergelijkt het met alledaagse zaken als een uitvoering op de muziekschool of een belangrijke sportwedstrijd. “Een bijzondere prestatie leveren kan gezonde spanning met zich meebrengen. Maar als het je functioneren belemmert, dan werkt het niet meer.” Maar een uitvoering op de blokfluit in een zaaltje voor opa’s en oma’s is toch wat anders dan beslissen over leven en dood. “Natuurlijk zijn medici getraind om onder stress te acteren,” beaamt Ernst. “Dat begint al in de opleiding en als piepjonge arts-assistent word je gewoon uit je bed gebeld voor een reanimatie of als de ambulance onderweg is met een zwaar gehavende patiënt. Door ervaring leer je spanning om te zetten in scherpte en snel handelen.” 

IC-bedden en woningtekort
Met zijn afgewogen antwoorden tijdens de wekelijkse persconferenties over de verdeling van IC-bedden lijkt schaarste aan IC-bedden een oplosbaar probleem. Op de vraag of het mechanisme van ‘patiëntenspreiding’ ook een oplossing kan bieden voor de verdeling van schaarse corporatiewoningen, zegt Ernst: “De opgave voor woningcorporaties is veel complexer dan voor de zorg. Een Rotterdammer kun je best voor een week of twee weken naar Groningen brengen. Maar een tijdelijk IC-bed is wat anders dan een woning. Een woning kies je voor de lange termijn en heeft een grote relatie met geografische binding, gewenste woonomgeving, familie, werk en meer.”

Mobiliteit
Dat de woningvoorraad fors moet worden uitgebreid, staat ook voor Ernst als een paal boven water. Toch kan ‘corona’ volgens hem ook voor beweging op de woningmarkt zorgen. “De versnelde transitie naar thuiswerken, het gemak waarmee massaal online wordt gewerkt en vergaderd, is wat mij betreft een positieve bijwerking van COVID-19. Het zijn oplossingen die we niet snel meer zullen loslaten. Maar dat thuiswerken geldt in meer of mindere mate ook voor de doelgroepen van corporaties. Mogelijk dat dit mobiliteit faciliteert, of anders gezegd, dat de Randstedelingen meer of eerder bereid zijn ook in de regio te gaan wonen. Door online werken ben je minder gebonden aan een plek in de Randstad. Het zou de druk op de stad kunnen verlichten.”

Groot bier
Op de vraag of het oplossen van woningnood vergeleken bij het onder de knie krijgen van COVID-19 klein bier is, zegt Ernst: “Absoluut niet. Los van het feit dat het appels met peren vergelijken is, is de woningnood en de energietransitie groot bier. In de actualiteit van het virus moet je het ander niet kwijtraken. Het kan zelfs een win-win situatie zijn, wanneer investeringsruimte wordt gebruikt voor bouw en transitie. Dan investeren we letterlijk in wat op lange termijn waarde heeft.”

Preventie
Dan brengt Ernst aan het eind van het gesprek de scope met microscopische precisie nog even terug op het snijdvlak wonen en zorg. “Ik ben van mening dat we gezamenlijk in het domein wonen, zorg en welzijn een slag moeten maken met preventie. Dan bedoel ik preventie gericht op het gezond houden van lichaam en geest in elke levensfase. Ik ben ervan overtuigd dat het bijdraagt aan langer gezond en veilig wonen. Als Erasmus MC ontwikkelen wij bijvoorbeeld leefstijlprogramma’s, woningcorporaties zetten in op leefbaarheid en zo hebben andere stakeholders ook hun specialiteiten. In nauwere samenwerking tussen woningcorporaties in de stad en haar partners in zorg en welzijn komen alle inspanningen meer tot wasdom. Je kunt niet alles kleinschalig en zelf doen. Samenwerken loont.”

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia