Motion10: De toegevoegde waarde van de mens

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

In een wereld die continu verandert, en waarin we steeds meer organisaties steeds mooiere innovaties zien realiseren, is het soms nuttig om een vooruitblik naar de toekomst te doen. In een serie interviews sprak Motion10 met een aantal visionairs op het gebied van data en innovatie, met als rode draad één centrale vraag: hoe ziet het werken en leven in organisaties er over tien jaar uit?

Gijs in ’t Veld is mede-oprichter en CTO van Motion10. Daarnaast vervult hij bij Motion10 de rol van Technology Lead Apps & Infrastructure en houdt hij zich met name bezig met technische visie, architectuur en kennismanagement rond het Microsoft platform. Gijs is gespecialiseerd in alle aspecten van system integration, en meerdere malen benoemd als Microsoft MVP op dat gebied.

Ik sprak met Gijs over de impact die met name AI, data-eigenaarschap en open sourcing zullen hebben op het werken in organisaties over de komende tien jaar. En op de toegevoegde waarde die mensen nog zullen kunnen leveren.

Singularity: mens en machine
Wat is AI eigenlijk? En wat is de “singularity” waar men steeds vaker over filosofeert? Er zijn verschillende definities van beiden, maar de definitie van singularity die Gijs aanhoudt is dezelfde die Raymond Kurzweil bespreekt in zijn boek “the Singularity is Near”. De gedachte is dan dat mens en machine samensmelten en dat daardoor onze intelligentie naar een nieuw niveau wordt getild.”

De toegevoegde waarde van de mens
Gijs ziet opzichzelfstaande kunstmatige intelligentie daarnaast als een waarschijnlijk onontkoombare ontwikkeling. “Het is belangrijk dat wij als mensen en bedrijven daarnaar kijken. Kijk naar data analytics, IoT: alles draait daar nu eigenlijk al om. Wat als slimme software steeds meer beslissingen autonoom gaat kunnen maken? Het gaat in de nabije toekomst echt om de toegevoegde waarde die je als mens nog kunt leveren.”

Bewuste keuzes maken
Gijs: “Ik heb zelf geen domotica in huis, bewust. Ik wil zelf nog een beetje in controle zijn. Het is leuk als je software – Alexa, Cortana – je voorstelt om naar Scheveningen te gaan, maar veel leuker is het als je dat zelf, spontaan bedenkt. We zijn ons er te weinig van bewust hoeveel invloed de technologie in ons leven heeft. We zouden er bijvoorbeeld best meer bij stil mogen staan in hoeverre de manier en mate van onderhouden van sociaal contact verandert.”

Data-eigenaarschap
“Wat naast bewustwording en zelfsturing een heel belangrijke impact gaat hebben, is data- en algoritme eigenaarschap. De hele open source gedachte is mooi, maar maakt het moeilijk om eigenaarschap en patentrecht in te regelen. Je bedenkt samen iets slims met data, en dan zou het automatisch het eigendom van iedereen zijn.

We moeten er met zijn allen echt over na gaan denken hoe we dat alles gaan organiseren. Ik weet niet of het mogelijk is om een wereldeconomie vorm te geven die gebaseerd is op gedeeld eigenaarschap van alles, zonder winst en omzet als belangrijke doelen. ‘Imagine no possessions, I wonder if you can’.

De andere kant ervan zou zijn: wat valt er nog te stelen in 2028? Vooral als alles van iedereen is?”

Databewustzijn
In het verlengde van data-eigenaarschap beweegt het gesprek zich richting data-bewustzijn, ook in het kader van de binnenkort bekrachtigde Algemene Verordening Gegevensbescherming of AVG.

Gijs: “Je krijgt nu elke week berichten van allerlei bedrijven en platforms, dat je akkoord moet gaan met de manier van verwerken van data, dankzij de GDPR [red. – de Engelse benaming van de AVG]. De overheid vraagt van bedrijven dat ze daar transparant in zijn, dat mensen moeten snappen waar ze akkoord mee gaan.

Maar volgens mij is dat zowat onmogelijk. Het is heel moeilijk om mensen te laten begrijpen wat er allemaal met hun data gebeurt. Er zijn zelfs bij de Facebooks, Googles en Microsofts van de wereld nog maar heel weinig mensen die dat echt kunnen overzien.”

Digitale ecosystemen en kloven
Ik vroeg Gijs naar de manier waarop organisaties nog waarde kunnen toevoegen in die toekomst van AI’s, de singularity en open source samenwerkingen. Gijs: “Ik heb het weleens over digitale ecosystemen, en ik denk dat de service gedachte straks alleen maar belangrijker wordt. Bedrijven die alleen maar data-handelaar en dus ’the middleman’ zijn, gaan dankzij blockchain initiatieven wegvallen straks. Je moet echt serieus waarde toevoegen in de vorm van ecosysteemdiensten om nog te overleven.

Daarnaast denk ik dat er een grote kloof gaat ontstaan tussen bedrijven die mee kunnen in de steeds snellere digitale transformatie, en die dat niet kunnen. Ik denk dat de toegevoegde waarde van bedrijven zoals Motion10 straks is om organisaties te helpen onderdeel te worden van die nieuwe verregaand digitale wereld.”

Computers met emotie
Gijs: “Als mensen, denk ik dat de waarde die we op korte termijn nog kunnen toevoegen is dat we die software en die AI’s gaan vormgeven. Ik denk dat we de komende tien jaar nog wel bestaansrecht hebben in termen van creatief denken en het sociale aspect. Dat we daarin nog een grote rol kunnen spelen.”

“Hoe het daarna zal zijn? Ik denk dat een computer ook een mooi gedicht kan maken, prachtige muziek kan componeren of een schitterend gebouw kan ontwerpen, zonder menselijke tussenkomst. Jouw emoties goed uit kan lezen op basis van je gezichtsuitdrukking en andere lichaamstaal, en gepast kan analyseren en reageren. Ik kan niet begrijpen waarom mensen denken dat computers geen emotie zouden kunnen hebben.”

Los-vaste verbanden
Welke impact hebben huidige en toekomstige trends dan op de manier waarop mensen in organisaties samenwerken? Gijs: “Ik denk dat samenwerkingsverbanden minder rigide worden. Mogelijk gemaakt door het feit dat we met digitale technologie steeds gemakkelijker en sneller informatie kunnen uitwisselen. Denk aan API’s, blockchains. Je kan dus in veel flexibelere vormen samenwerkingen vormgeven, maar die ook sneller beëindigen.

Ik denk dat het samenwerken zelf daardoor ook verandert. Wat wel lastig wordt: alles is steeds meer open en open source, maar tegelijkertijd willen we nog steeds een bepaalde mate van exclusiviteit en ownership in een partnership.”

De winst verdelen
“Als je dan met een team, samengesteld uit mensen uit meerdere organisaties aangevuld met slimme machines, een mooi product of nieuwe dienst creëert: wat is dan nog een asset en hoe kun je die monetizen? Wat is mijn, wat is dijn en hoe reken je dat onderling af? De KPI’s in een samenwerkingsverband moet je heel anders in gaan regelen.

En hoe je als individu beloond wordt, wat eigenlijk ook een onderdeel van leiderschap is? Hoe gaan we dat vormgeven in de toekomst?”

Verbinden en inspireren
“Het leiderschap van de toekomst is vooral inspireren en coachen, maar dat is het eigenlijk altijd al geweest. Je moet daar wel echt tijd voor maken. Misschien moeten we in plaats van harde cijfers juist daar KPI’s voor gaan bedenken.

Wat er verandert is denk ik sowieso het fenomeen van het bedrijf waar je voor werkt. Je zult er veel meer moeite in moeten stoppen, als werkgever. Nu is je baan nog je zekerheid, maar je zal in de toekomst veel makkelijker de beslissing kunnen nemen om weg te gaan. Omdat het concept van vaste samenwerkingsverbanden gewoon veroudert. Ik denk dat je steeds meer moeite zult moeten doen om mensen aan je bedrijf te binden.”

Kuddedieren zelfsturing aanleren
“En welke mensen heb je daar dan bij nodig? Mensen zijn veelal echt kuddedieren. Kijk eens op een doordeweekse donderdagavond, in een gemiddeld Nederlands dorp door de ramen naar binnen. Dan zul je zien dat negen van de tien gezinnen gewoon samen apathisch zitten te kijken naar wat de tv hen voorschotelt. Ik heb die van mij de deur uit gedaan!

Mensen zijn ook in hun werk heel erg geneigd om hetzelfde te blijven doen, daar moet je ze echt uitrukken. Dat is ook wel eng voor mensen. Leiderschap in de toekomst is dus ook autonomie kweken: zorgen dat je teams hebt die echt zichzelf kunnen sturen en innoveren. Dan ontstaan er veel mooiere dingen.”

Initiatief en lef
“Ik denk dat de medewerker van de toekomst nog meer communicatief is, meer durf toont. Het gaat erom je klant op een hoger niveau zien te krijgen, waarbij je zelf ook meer initiatief moet tonen.

En we moeten in Nederland meer dat Amerikaanse model adopteren. Er zijn de laatste tijd natuurlijk niet zo heel veel mooie dingen die daar vandaan komen. Maar hun model dat als je failliet bent gegaan, je niet direct een paria bent. Dat moeten we ook leren in Nederland; fouten durven maken. Je kan niet alles in één keer goed doen.

We vinden het in Nederland ook best heel leuk om iets uit te vinden, maar de volgende stap daar zijn we niet zo goed in. De scale-up, wat ze in Amerika zo goed kunnen; Prins Constantijn – in zijn functie bij de Startup Delta – constateert dat ook. Groot denken, durven. Philips had oneindig veel groter en relevanter kunnen zijn als ze dat gedaan hadden.”

De rol van het bedrijfsleven in het onderwijs
Ten slotte vroeg ik Gijs naar de verandering in de impact en verantwoordelijkheid die organisaties hebben, die hij verwacht of zou willen zien in de komende tien jaar. Gijs: “We zouden veel meer betrokken moeten zijn bij wat er op scholen wordt geleerd. Het sluit nu namelijk totaal niet aan bij wat er in de praktijk wordt gevraagd.

Daarnaast moeten ze op school veel meer leren leren, in plaats van gewoon dom feiten stampen. Ik denk dat het bedrijfsleven een veel grotere rol zou moeten spelen bij het curriculum. Dat begint een beetje bij het zijn van gastdocent, of wat wij nu met LOI doen: samen een big data opleiding vormgeven. Maar dat moet nog veel verder.”

Heb ik impact?
Gijs: ”Daarnaast vind ik het de moeilijkste vraag of stelling uit ons eigen, jaarlijkse GPTW onderzoek: ‘mijn baan is meer dan gewoon een baan. Ik heb impact.’ Ik weet nooit zo goed wat ik daarop moet antwoorden. Wat voor impact heb ik nou op de samenleving?

Volgens mij zou het heel mooi zijn om een bijdrage te kunnen leveren, bijvoorbeeld als technologiesector, aan de bestrijding van corruptie. Er is in de wereld genoeg voor iedereen, maar zaken worden oneerlijk verdeeld. Onder andere vanwege misdaad en corruptie.

Misschien is het ook gewoon heel belangrijk dat bedrijven en organisaties überhaupt meer serieus na gaan denken over welke impact ze samen willen hebben, en hoe ze dat dan kunnen bereiken.”

Voorbereiden op de toekomst
Wat moeten bedrijven in Nederland de komende twee á drie  jaar doen om zich goed voor te bereiden op een zeer onzekere toekomst?

Gijs: “We moeten elkaar echt gaan uitdagen om meer inspirerend te worden en meer lef te tonen, binnen bedrijven, maar ook bedrijven onderling. Niet alleen zorgen dat je de technologie op orde krijgt, maar ook zorgen dat je organisatie ermee overweg kan; de gebruikersorganisatie zelf en de IT-organisatie.

De technologie op orde betekent dan de stap zetten naar digitaliseren. Dus: zo min mogelijk menselijke handelingen in de primaire processen, en zorgen dat je via alle mogelijke digitale kanalen met je klant kunt communiceren. Dat is voor veel bedrijven al heel wat. Dat is een belangrijke stap, dan heb je de basis staan.”

Digitaal transformeren doe je met mensen
“Echt digitaliseren betekent vervolgens dat je meerwaarde toe gaat voegen in een ecosysteem, makkelijker samenwerkend met (keten)partners. Maar dan sta je al aan de vooravond van echt digitaal transformeren.

Daarnaast: je moet een organisatie inrichten die continu de nieuwe ontwikkelingen kan absorberen. Daar heb je mensen bij nodig die zowel de technologie als de business begrijpen. En die tegen heilige huisjes aan durven te schoppen, die experimenten aan kunnen gaan en aan kunnen tonen: dit is gaaf. Die voor elkaar krijgen dat een idee echt uitgevoerd wordt en dan op waarde wordt geschat, en dat het niet op het whiteboard al sneuvelt.”

Buiten de lijntjes kleuren
“Daar moet in het onderwijs dus veel meer aandacht voor komen. Een vak ‘out-of-the-box-denken’, een vak ‘je waffel opentrekken’ of ‘hoe overtuig of beïnvloed ik als introvert?’ Dat soort vakken wordt steeds belangrijker. Het lijkt me ook leuk om daar gastcolleges in te geven.”

De Kwantum bedreiging
“O ja, en daarnaast is security nog wel een dingetje.

En in dat kader speelt voor de toekomst kwantumcomputatie een rol. Ik denk dat het voor ons allen beter is als Kim Jong-Un een atoombom heeft, dan dat hij beschikt over een kwantumcomputer.

Hoe we daar op in kunnen spelen, nu al? Sowieso moeten we zorgen dat we zo snel mogelijk in de cloud terechtkomen. Microsoft bijvoorbeeld vindt zelf ook kwantumcomputers uit; ze moeten er wel over nadenken hoe ze al die cloud services van hen dan gaan beveiligen tegen kwantumcomputers. Ze kunnen niet anders. Daar ben je dus het veiligst.”

Bron: Motion10 | Foto: Motion10