Sultan Çetin (TU Delft): Woningcorporaties zijn de échte helden van de circulaire transitie

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Woningcorporaties staan in de frontlinie als het gaat om de ontwikkeling en implementatie van en het experimenteren met van circulaire strategieën. Dat stelt Sultan Çetin, promovendus bij de TU Delft. Zij deed – samen met TU-professoren Vincent Gruis en Ad Straub – onderzoek naar de belangrijkste obstakels en aanjagers van de circulaire economie in de sector en deelt met ons de uitkomsten: “Wil je circulair bouwen echt doen slagen in de sector? Dan is samenwerking op alle vlakken essentieel.”

Tijdens het gesprek met Sultan zit Nederland nog middenin de derde golf van de coronapandemie. En hoewel de onderwerpen verschillen, ziet de TU-promovendus verschillende overeenkomsten tussen corporaties en de zorgmedewerkers in de ziekenhuizen. “Want waar zorgmedewerkers met gelimiteerde middelen de helden van de zorg zijn, ontpoppen woningcorporaties zich met beperkte middelen en grote doelen tot helden van de circulaire transitie. Ze moeten mensen met een laag inkomen een veilig, betaalbaar en duurzaam onderdak bieden. Door dat zoveel mogelijk te doen met circulair bouwen, renoveren en onderhouden, kunnen ze op dat gebied een enorm verschil maken.”

Meer dan hergebruik en recycling
Een circulaire economie gaat volgens Sultan veel verder dan het hergebruiken en recyclen van materiaal. “Het richt zich namelijk ook op het verminderen van het gebruik van andere grondstoffen zoals land, water en energie. Daarnaast wordt de resource-loop aangepakt waardoor het milieu in een betere staat wordt achtergelaten, minder bronnen worden gebruikt en de levensloop van producten wordt verlengd. Als je vanuit dit perspectief naar circulariteit kijkt, zie je dat woningcorporaties hier feitelijk al mee bezig zijn. Bijvoorbeeld bij het verlengen van de levensloop van hun bezit door het renoveren van bestaande bouw.”

Barrières
In het onderzoek delen 19 koploper woningcorporaties hun de grootste obstakels als het gaat om circulair bouwen. “De barrières die genoemd worden hebben vooral te maken met de organisatorische en financiële kant,” licht Sultan toe. “Zo geven corporaties – misschien wel noodgedwongen, omdat ze door de overheid als startmotor zijn aangewezen – meer prioriteit aan de energietransitie. Omdat duurzaamheidsstrategieën daardoor worden ingericht op basis van energie-efficiëntie, is er weinig ruimte over voor circulair bouwen. Daarnaast zie je dat er ook weinig kennis is over circulariteit, bij zowel corporaties als hun ketenpartners. En dat maakt ermee aan de slag gaan lastig, want om nieuwe ideeën te proberen helpt het als je netwerk de waarde ervan inziet en hier interesse in heeft.”

Hoge kosten
Financiële obstakels zoals de hoge kosten van circulaire materialen en een onduidelijk business model worden ook aangedragen in het onderzoek. “Woningcorporaties geven aan dat de hoge bouwkosten en het gebrek aan goede locaties nieuwbouw erg duur maken. Als je daarbij ook te maken hebt met de hogere kosten van circulaire materialen, zijn voor sommige organisaties de nieuwbouwdoelen niet meer haalbaar.”

Combineren van doelen
Op de vraag wat de belangrijkste aanjagers van circulair bouwen zijn, vat Sultan samen: “Een van de meest genoemde drijvende krachten is het combineren van energie-efficiëntie doelen met circulaire doelen. En dat is logisch omdat er een duidelijk verband zit tussen deze thema’s. Door bij het verduurzamen rekening te houden met circulariteit, waardoor minder gebruik wordt gemaakt van grondstoffen, sla je twee vliegen in een klap.”

Samenwerking stimuleren
“Het stimuleren van samenwerking tussen woningcorporaties onderling of met ketenpartners, wordt ook gezien als belangrijke aanjager,” gaat Sultan verder. “Onderzoek laat ook zien dat circulaire strategieën beter worden toegepast als er wordt samengewerkt. Daarnaast kunnen best practices alleen gevonden worden door ermee te experimenteren. Elke pilot is daarom een belangrijke leermogelijkheid om te zien wat wel en niet werkt. Door de resultaten vervolgens met iedere woningcorporatie te delen, kan circulariteit steeds meer vlucht nemen.”

Naar elkaar kijken
De pilots waarin corporaties individueel of gezamenlijk optrekken om te experimenteren met circulair bouwen hebben dus effect. “Het onderzoek geeft aan dat woningcorporaties geven om ‘wat’ en ‘hoe’ collega’s dingen doen. Er wordt veel naar elkaar gekeken en nagedacht of dat ook in de eigen organisatie toegepast kan worden. Dat betekent dat experimenteren en het delen van lessen, het omarmen van circulair bouwen makkelijker maakt. Zo gaf een van de respondenten – die net was begonnen met het verkennen van circulair bouwen – aan dat het voor hen erg belangrijk was om ervaren woningcorporaties te ontmoeten en hun pilots in het echt te zien. Zo kon de nieuwe organisatie leren van fouten en focussen op waar geïnnoveerd kan worden.”

Invloed van management
Goed leiderschap is eveneens belangrijk om circulair bouwen te omarmen, licht Sultan toe. “Wanneer het management circulariteit en duurzaamheidsdoelen als één ziet – iets wat al bij steeds meer woningcorporaties het geval is – heeft dat een positief effect op de rest van de organisatie. Door de hiërarchische opzet van woningcorporaties speelt het hoogste managementniveau een belangrijke rol in het omarmen van veranderingen. Dat betekent dat wanneer ‘de bovenkant’ open staat voor nieuwe ideeën, innovatie, samenwerking en experimenteren, het sneller door de hele organisatie omarmd kan worden. Het expliciet neerzetten van doelen is daarbij belangrijk, want zo maak je het echt onderdeel van je visie, communicatie en activiteiten.”

Samen een vuist maken
Op de vraag in hoeverre invloeden van buitenaf – zoals de stijgende prijzen van bouwmaterialen of de expertise van ketenpartners – circulair bouwen remmen, sluit Sultan af: “Circulariteit is als een economisch systeem natuurlijk erg afhankelijk van maatschappelijke en milieugerelateerde ontwikkelingen. Neem bijvoorbeeld de wereldwijde productie van materialen dat nog vrijwel altijd lineair is – ook wel take, make, waste genoemd – en de hoge kosten van nieuwe circulaire producten. Dat maakt het soms onmogelijk voor woningcorporaties om vol in te zetten op circulair bouwen. Echter zijn woningcorporaties zo’n grote speler op de Nederlandse markt, dat wanneer de sector zich hard maakt voor bijvoorbeeld circulaire of biobased materialen, de kosten snel naar beneden gaan en innovatie gestimuleerd wordt. Het opzoeken van samenwerking en het creëren van volume is bij circulariteit dus op meerdere vlakken de sleutel.”

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: Murk Feitsma