Wouter Kolbeek (Woonstad Rotterdam) en Sander Middendorp (Aedes): Vastgoed-ID - een goed idee

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Informatie en data spelen een steeds crucialere rol in het vastgoedbeheer en de vastgoedsturing bij corporaties. Maar hebben corporaties wel genoeg informatie over hun vastgoed en zijn alle gegevens wel van voldoende kwaliteit? Om dat steeds beter te borgen, werkt Aedes aan de ontwikkeling van het Vastgoed-ID. Dit moet de sleutel worden voor corporaties, overheid en ketenpartners om toegang tot vastgoeddata te vergemakkelijken. Wat voor invloed heeft dit op het uitwisselen van data met overheid en ketenpartners en welke voordelen levert zo’n gemeenschappelijke identificatie op? CorporatieGids Magazine sprak erover met Wouter Kolbeek, business consultant digitale innovatie & transformatie bij Woonstad Rotterdam en Sander Middendorp, senior adviseur datastandaarden bij Aedes.

“De overkoepelende ambitie achter het concept van het Vastgoed-ID is helder én veelomvattend,” opent Sander het gesprek. “Je kunt het goed vergelijken met het burgerservicenummer van personen. Een Vastgoed-ID moet een uniek identificatiebewijs worden wat door corporaties, overheid en ketenpartners wordt gebruikt in de uitwisseling van vastgoeddata. Door allemaal gebruik te maken van dezelfde identificatie van bijvoorbeeld grond, gebouw, ruimte, bouwdeel en materiaal, weten we zeker dat we het over hetzelfde object hebben wat de uitwisseling van data vereenvoudigt. Dezelfde taal spreken, opent niet alleen ‘datadeuren’ voor woningcorporaties maar ook voor de samenwerkingspartners in de keten zoals bouwbedrijven, veiligheidsdiensten en overheden."

Versplinterd landschap van afspraken
In de wereld van vastgoed bestaat een overvloed aan data en dit zal in de toekomst alleen maar toenemen. Sander: “De uitwisseling van vastgoeddata tussen verschillende partijen blijft echter toch relatief beperkt, wat zorgt voor verlies van essentiële informatie gedurende de levensfasen van een gebouw. Er zijn talrijke initiatieven opgestart om dit probleem aan te pakken. Hoewel ze streven naar het verbinden van databronnen en het creëren van specifieke functionaliteiten en koppelingen, bestaat het risico dat dit leidt tot een versplinterd landschap van afspraken en oplossingen. Dit bemoeilijkt de toegang tot datasets binnen de keten en zorgt ervoor dat woningcorporaties onvoldoende grip hebben op vastgoeddata. Dat zorgt voor uitdagingen bij vastgoedsturing, maar ook voor praktische problemen bij dagelijks beheer en planmatig onderhoud. Die worden overigens vaak al veroorzaakt bij de overdracht van informatie van nieuwbouwfase naar de fase beheer en onderhoud. Hier gaat waardevolle informatie verloren. Vaak moet informatie na verloop van tijd opnieuw worden verzameld om te kunnen gebruiken in de onderhouds- en beheerprocessen.”

Uitwisseling informatie optimaliseren
“Corporaties weten momenteel eigenlijk veel te weinig over hun vastgoed. Dit leidt ertoe dat corporaties niet zoveel data ontvangen en delen als wenselijk is, wat resulteert in onvolledige gegevens of verouderde informatie. Dit belemmert effectieve besluitvorming en leidt tot een gebrek aan goede inzichten in cruciale situaties,” gaat Sander verder. “We staan dus voor de uitdagende taak om de informatie-uitwisseling over het vastgoed te optimaliseren.”

“Toegang tot de data over gebruik, installaties, materialen en dergelijke tijdens de gehele levenscyclus van een gebouw is daarbij essentieel. Als corporatie wil je bijvoorbeeld weten welke installaties in welke ruimtes aanwezig zijn en of ze voldoen aan de laatste eisen. Hetzelfde geldt voor onderhoudspartners die niet weten waar ze moeten zijn in een gebouw voor reparaties of onderhoud. Dit zorgt voor hoge faalkosten en vooral frustraties. De overheid moet haar databronnen ontsluiten, maar worstelt ook met de manier waarop. Deze uitdagingen vragen om een nauwe samenwerking met de diverse belanghebbende partijen. Om digitaal samenwerken en delen van data op een effectieve en efficiënte manier te organiseren, is het van cruciaal belang dat alle partijen een gebouw op eenzelfde manier identificeren: een Vastgoed-ID.”

Keuzes maken
Wouter vult aan: “Er bestaan momenteel al veel verschillende type ID’s, denk aan BAGpandID en VerblijfsobjectID bij het Kadaster, het gebruik van ID’s in BIM-modellen en de standaardisering van ruimtes en bouwelementen conform de Aedes ILS. Er zijn ook al verschillende publieke en private initiatieven op dit vlak. Het gaat er bij het Vastgoed-ID daarom niet zozeer om iets nieuws te verzinnen, maar het is vooral zaak om samen op te trekken en als sector met de ketenpartners, heldere en eenduidige keuzes te maken. Denk hierbij aan vragen als: wat is een ID, welke minimale set ID’s hebben we in de keten nodig om data met elkaar uit te wisselen, welke kenmerken of attributen horen hierbij, wie is de bronhouder of eigenaar van de definitie van een bepaald ID of kenmerk en welke eisen stelt dit aan de software?”

Conceptuele fase
Sander: “Het Vastgoed-ID is nu nog een concept, maar uit de vele gesprekken die we afgelopen periode hebben gevoerd met overheid, softwareleveranciers en ketenpartners blijkt dat de behoefte er is om hier afspraken met elkaar over te maken. We denken daarom dat zodra dit concept goed uitgewerkt is, het al snel kan leiden tot voordelen. Denk aan kortere doorlooptijden in besluitvorming rondom ontwikkelingen, betere planvorming rondom uit te voeren onderhoud en verduurzamingsingrepen, minder miscommunicatie in de keten tussen partijen, minder administratieve last en minder foutgevoelig, handmatig werk.”

Vastgoed-ID en IT
Over de nodige aanpassingen aan de bestaande IT-systemen zegt Wouter: “We willen vooral samenwerken met de softwareleveranciers om de uitwisseling van data binnen de ketens maximaal te faciliteren. Samen met deze partijen willen we kijken welke aanpassingen er nodig zijn om te zorgen dat woningcorporaties maximaal kunnen profiteren van de toegang tot databronnen en het digitaal samenwerken met hun partners. Door juist samen op te trekken en als sector heel duidelijk te zijn over welke definities en standaarden we willen hanteren, verwachten we dat softwareleveranciers hier snel op kunnen anticiperen. Wij merken dat zij die duidelijkheid ook prettig vinden.”

Betere informatie, meer samenwerken
“Als alles zich ontwikkelt zoals wij dat verwachten,” sluit Sander af, “zal dat leiden tot een veel betere informatiepositie van corporaties over hun vastgoed en de conditie daarvan. Dit stelt je in staat om betere besluiten te nemen. Het staat of valt echter wel met de adoptie ervan door alle betrokken partijen, afstemming met al lopende initiatieven en de integratie met bestaande standaarden. We willen niet het wiel opnieuw uitvinden, daarom moeten we ook als sector samen optrekken en het Vastgoed-ID samen ontwikkelen met partijen zoals het Kadaster, BZK, ontwikkelaars, DigiGo en sectorstandaarden zoals STABU, NLSFB en N.A.A.K.T.”

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: Heidi Borgart