CorporatieGids Magazine

SEPTEMBER 2021 I 5 4 I CORPORATIEGIDS MAGAZINE Eerder was je manager Wonen bij Tablis Wonen en de afgelopen jaren directeur-bestuurder bij Sint Antonius van Padua, relatief kleine corporaties waar je lokaal van betekenis bent en je huurders kent. Hoe ga je dat principe bij het grotere Woonpartners borgen? Een hoge mate van actiegerichtheid heb ik zeker gevonden bij de kleinere corporaties. Woonpartners Midden-Holland is in mijn ogen ook nog steeds een platte organisatie met korte besluitvormingslijnen. Slagkracht heeft niet alleen een relatie met de grootte van de corporatie maar zeker ook met de bestuursstijl. Daar ben ik vanuit dit soort functies zelf voor verantwoordelijk. Grotere corporaties hebben als extra uitdaging om ‘klein zijn’ te organiseren zodat de organisatie dichtbij aan blijft voelen voor belanghouders, huurders en medewerkers. Dat gaat over houding en gedrag. Over kleine dingen: een glimlach, echt interesse tonen, begripvol zijn. Maar ook over grotere dingen: bereid zijn te werken met het idee van de huurder of belanghouder en maatwerk leveren. Ik denk zelf dat het niet betekent dat je veel satellieten in wijken moet gaan organiseren en te laagdrempelig bereikbaar moet zijn via een keur aan kanalen. Werk zo dat een huurder je zo min mogelijk nodig heeft. En áls je elkaar spreekt, moet het een gouden contact moment, een écht gesprek zijn. Achter die gesprekken moeten strakke first-time-right processen zitten zodat de huurder weer lekker verder kan leven. Waar ga jij in je eerste honderd dagen volle bak mee aan de slag? Mijn blik is gericht op snel ontdekken waar ik als bestuurder het verschil kan maken en hoe ik de collega’s en belanghouders kan helpen excelleren op de vlakken waar we samen het verschil willen maken. Je moet als bestuurder mensen niet in de weg lopen. Ik ben er om zaken met alle mandaten die bij de functie horen vlot te trekken. Dat wat niet goed loopt van de kant te krijgen en om te koesteren wat goed gaat. Verder wil ik graag zicht krijgen op welke ontwikkelingen nodig zijn richting de toekomst om wat goed gaat, goed te houden en eigentijds te kunnen blijven handelen. En wat natuurlijk direct actueel is, is het onderzoek naar de overname van het bezit van Vestia. Hoe kijk jij naar zaken als discriminatie en diversiteit? Vind jij de corporatiesector divers genoeg? Racisme is de nieuwe weegbree. En voor wie dat niet direct paraat heeft: weegbree is een kruid dat letterlijk tussen iedere stoeptegel vandaan groeit. Anders geformuleerd zie ik een rode-autootjes-effect in de samenleving. Als je een rode auto koopt zie je ineens overal rode auto’s. Daarmee zeg ik niet dat racisme en discriminatie niet bestaan. Maar gebruik het ook niet als stok waarmee je ieder gesprek platslaat. Merlien Welzijn (Woonpartners Midden-Holland): Werken aan een samenleving waar mensen van houden en in willen investeren Corporaties kunnen direct en indirect invloed uitoefenen op kansen die mensen hebben in het leven en keuzes die ze maken. Dat zegt Merlien Welzijn, sinds 1 september directeur-bestuurder bij Woonpartners Midden-Holland. In haar laatste week bij Sint Antonius van Padua spreken we haar over omgaan met lelijke dingen, mensen echt zien en het organiseren van loyaliteit naar een diverse samenleving. Diversiteit gaat ook niet alleen maar over huidskleur. Daar begrijp ik al helemaal niets van. Voor mij heeft het iets te maken met de mate waarin je de hele samenleving weer- spiegelt. Het zou gek zijn als er maar tien bruine vrouwen in Nederland wonen en er vijf in een toppositie zitten. Net zo gek zou het zijn als je duizend transgenders hebt en er geen een in een toppositie zit. Ik werk met iedereen die goed is in z’n werk en ik bied eenieder die ervoor gaat kansen. Corporaties hebben denk ik allemaal de intentie om een betekenisvolle rol te spelen op het vlak van leefbaarheid en sociale cohesie om tot een inclusieve samenleving te komen. Het is een stuk makkelijker voor elkaar te krijgen als je collega’s er dan ook uitzien als die samenleving waar zij voor en mee werken. De eerste vijftien jaar dat ik in de sector werkte, zag ik vooral diversiteit op de werkvloer maar met nog vrij homogene boardrooms, maar de laatste vijf jaar zie ik ook in boardrooms steeds meer diversiteit. Ik ken de cijfers niet, maar op het blote oog zie ik wel een mooie ontwikkeling. Je gaf aan dat jij zelf niet of nauwelijks te maken hebt met discriminatie. Is het er wel, maar ‘zie’ jij het niet? Onnozel gedrag is er altijd. Lelijk gedrag is er ook altijd en als er lelijke dingen gebeuren, maakt dat altijd indruk. In mijn systeem is meegegroeid dat er lelijke dingen bestaan maar dat je nog altijd zelf bepaalt hoe je daarmee omgaat. Ik kies simpelweg mijn eigen pad. Mijn motto is: ik strijk neer op iedere tak. Niet omdat ik iedere boom vertrouw, maar omdat ik vertrouw op mijn eigen vleugels. Wordt er dan te krampachtig omgegaan met discriminatie? Je moet nog wel een gesprek met elkaar kunnen voeren, zonder dat je bij ieder woord een etymologische lezing krijgt waaruit blijkt hoe racistisch een woord is en hoe fout je bent als je dat woord gebruikt en hoeveel fouten er in je hele stamboom zitten. Vermoeiend. Wat mij betreft vragen we vaker: Wat bedoel je? Of stel je kwetsbaar op: Wow, als je dit zo zegt dan voelt dat heel pijnlijk voor mij. Dan kan de ander weer ‘wat bedoel je’ vragen. Ik bedoel maar te zeggen: ik zou het zo fijn vinden als we net zoals je dat bij je belang- houders en huurders doet, écht interesse toont in elkaar en in elkaars intenties zodat je samen verder komt. De laatste vijf jaar zie ik ook in boardrooms steeds meer diversiteit.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=