CorporatieGids Magazine

MAART 2022 I 67 66 I CORPORATIEGIDS MAGAZINE verhalen van zulke jongeren die overdag hypotheekadviseur zijn en ’s avonds op de bank bij iemand moeten slapen of nog op een kleine studentenkamer zitten met gedeelde woonkamer omdat er niets anders is. Daarnaast moet er meer aandacht zijn voor schrijnende situaties. Stel een relatie gaat stuk en je hebt kinderen, dan kom je al snel in de vrije sector terecht en kunnen de woonlasten zich snel verdubbelen. Dat betekent dat mensen dan al snel meer dan de helft van hun inkomen kwijt zijn aan de woning, terwijl ze ook kinderen moeten opvoeden.” Ouderwets De oude manier van woonruimteverdeling waarin puur naar inschrijfduur wordt gekeken, is daarom ouderwets, beaamt Anne-Jo: “Je ziet dat her en der nieuwe methoden zijn ingevoerd – zoals loting – maar het kan volgens ons nog eerlijker. Wat wij willen doen, is begin 2023 de helft van onze woningen via een nieuwe manier verdelen. Woningzoekenden bouwen punten op door drie verschillende manieren. Allereerst krijgen ze altijd één punt per jaar dat ze ingeschreven staan. Daarnaast krijgen woningzoekenden die minimaal vier keer per maand reageren, ook een punt per maand erbij zodat actief zoeken beloond wordt. Overigens zit hier wel een maximum van dertig punten aan.” Schrijnende situaties Als laatste kunnen woningzoekenden punten ontvangen wanneer ze in een schrijnende situatie zitten. “Hierbij hebben we drie situaties beschreven: gezinnen met jonge kinderen die inwonen bij een ander huishouden, mensen met kinderen in een relatiebreuk én problematisch thuiswonende jongeren. Wanneer een woningzoekende aan één van deze punten voldoet, krijgen ze één punt per maand, tot een maximum van twaalf.” Enquêtes De keuze voor juist deze doelgroepen is volgens Anne-Jo genomen op basis van enquêtes onder bewoners uit de stadsregio: “Deze rondvraag uit 2019 is door zo’n 25.000 mensen beantwoord. We hebben destijds gevraagd welke groepen extra voorrang zouden moeten krijgen, en dit waren de drie meest genoemde categorieën.” Ombudsman Op deze manier wil PWNR zorgen dat mensen die het hardst een woning nodig hebben, de grootste kans maken op een woning. “Om te zorgen dat bepaalde doelgroepen – zoals mensen die analfabeet zijn, niet goed Nederlands spreken of niet digitaal vaardig zijn – niet de dupe worden van de nieuwe manier van verdeling, hebben we de Ombudsman Metropool Amsterdam gevraagd mee te kijken. Normaliter komt een ombudsman na een probleem pas kijken wat beter kon, maar omdat we het zo belangrijk vinden dat het in één keer Het grote probleem van woonruimteverdelend Nederland is dat er veel meer woningzoekenden zijn dan te vergeven woningen. Die situatie is in de stadsregio Amsterdam niet minder schrijnend, begint Anne-Jo: “Het op een eerlijke manier verdelen van die schaarste is onze grootste uitdaging. Momenteel gaat de helft van de woningen naar reguliere woningzoekenden en de rest naar bijzondere woningzoekenden, zoals urgenten, statushouders of mensen uit de maatschap- pelijke opvang. Dit betekent nu dat alleen wanneer je lang ingeschreven staat, je een grotere kans hebt op een woning. Ook als je al lang in een sociale huurwoning woont, een tijd niet gezocht hebt en wilt verhuizen. Mensen die minder lang ingeschreven staan – dat geldt dus automatisch voor jongeren – hebben die kans veel minder. Die kansen willen we met een nieuwe manier van verdelen gelijktrekken.” goed gaat, willen we dat aan de voorkant doen. Zo weten we zeker dat het helder, transparant en makkelijk te begrijpen georganiseerd wordt.” Eerlijke regels Een van de punten waar bijvoorbeeld naar wordt gekeken door de ombudsman, is wat er gebeurt met woningzoekenden die niet serieus reageren. “Straks is het namelijk zo dat je je opgebouwde punten kwijt kunt raken wanneer je niet komt opdagen bij een bezichtiging of twee keer een woning weigert. Dit klinkt hard – zeker als je over de jaren heen punten hebt gespaard – maar het is enorm belangrijk dat woningzoekenden écht de woning willen hebben. Momenteel wordt de ge- middelde Amsterdamse woning acht keer geweigerd voordat hij verhuurd wordt, wat leidt tot onnodige leegstand.” Betere advertenties Bij het verder terugdringen van no shows en weigeringen is ook een belangrijke rol weggelegd voor de corporaties, legt Anne-Jo uit: “Zij moeten meer zaken bijhouden vanaf volgend jaar, dus of iemand wel écht komt bij een bezichtiging en hoe vaak iemand een woning weigert. Daarnaast moet hun primaire taak – het verhuren van de woningen – nóg beter. Iedere advertentie moet bijvoorbeeld goede foto’s van de buitenkant bevatten en waar mogelijk ook van de binnenkant, een plattegrond en een omschrijving van de gebreken. Samenwerken met de leveran- ciers van het woonruimteverdeelsysteem – zoals WoningNet – is daarbij essentieel. Zij denken goed mee met de corporaties over hoe de advertenties én de spelregels zo goed en trans- parant mogelijk worden gecommuniceerd.” Informatiecampagne Om de huurders te informeren over de nieuwe spelregels plant de PWNR een grote informatiecampagne. “Dat zal wel even wennen zijn als je gewend bent dat alleen inschrijftijd geldt,” geeft Anne-Jo toe. “Nu woonruimteverdeling verandert en je via andere manieren sneller in aanmerking komt, is goede communicatie essentieel. Daarnaast is het ook belangrijk woningzoekenden te attenderen op hoe ze de extra punten kunnen krijgen. Wanneer je bijvoorbeeld in een schrijnende situatie zit, moet je dat kunnen aantonen met documenten. Dat is gevoelige informatie maar weegt op tegen de voordelen omdat je er écht iets voor terugkrijgt: een grotere kans op een woning.” Overal in Nederland De nieuwe manier van woonruimteverdeling zou volgens Anne-Jo ook toe te passen zijn in andere delen van Nederland. “Ik denk dat de essentie is dat actief zoeken meer kansen biedt en dat schrijnende situaties geholpen worden. Of je nu als gezin inwoont bij een ander gezin in Amsterdam, Enschede of Middelburg maakt niet uit, dan moet je een eerlijkere kans hebben op een woning. Dat is overal in Nederland hetzelfde.” Eerlijkere kansen Anne-Jo licht de huidige kansen toe met cijfers. “We hadden eind 2020 433.000 ingeschreven woningzoekenden. Daarvan reageren er bijna 100.000 per jaar op een advertentie, en op jaarbasis komen er zo’n 7.000 woningen vrij. De slaagkans bij jongeren is fors lager. Als je kijkt naar de groep van 23 jaar of jonger – ongeveer 9 procent van de woningzoekenden – zie je dat slechts 6 procent slaagt in het vinden van een woning. De oudste doelgroep met 65-plussers – ongeveer 7 procent van de woningzoekenden – heeft een slagingspercentage van 16 procent. Wij vinden dat die kansen eerlijker moeten.” Op de bank “Een veelvoorkomend voorbeeld zijn jongeren die actief zoeken en desondanks niet in aanmerking komen. Ik ken Ouderen hebben momenteel een hogere slagingskans dan jongeren. Wij vinden dat dat eerlijker moet.

RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=