CorporatieGids Magazine

MAART 2023 I 33 Column Wat als het lukt? Wat als het ons als corporatiesector lukt om de komende zeven jaar 250.000 sociale huurwoningen bij te bouwen? Dat we ook woningen bouwen waar ouderen beter passend kunnen wonen en zorg kunnen krijgen als zij dat later nodig hebben? Wat als het lukt om genoeg beschikbare bouwlocaties en personeel te vinden om al die woningen uit de grond te stampen? En dat de gemeenten het voor elkaar krijgen om procedures te versnellen? Wat als het lukt om alle woningen met een E-, F-, of G-label tot en met 2028 versneld te verduurzamen? Dat we het halen om in 2030 675.000 woningen vergaand te isoleren en om 450.000 bestaande corporatiewoningen aardgasvrij te maken? Wat als dit allemaal lukt? Hebben we dan, naast het zorgen voor een duurzaam dak voor iedereen, er ook voor gezorgd dat deze in leefbare buurten en wijken staan? Cijfers zeggen veel, verhalen zeggen alles. Onlangs stond ik samen met een van onze inspecteurs in een mutatiewoning waar een verwarde bewoner de hele boel kort en klein had geslagen. In een andere woning was een bewoner zwaar vervuild en eenzaam overleden. Mijn collega kijkt er niet meer van op. Dit zijn geen excessen meer, het is aan de orde van de dag. Deze mensen hadden een woning, maar redden het niet alleen. Er was niemand die naar hen omkeek. Hun buren hebben hun eigen problemen. Ze maken zich zorgen over geld, de veiligheid van hun kinderen, hun gezondheid. De ellende van een buurman kunnen zij er niet bij hebben. Natuurlijk pakken we in volle vaart de wooncrisis aan. Met het bouwen en verduurzamen van sociale huurwoningen. Maar laten we ervoor waken dat de corporatiesector niet als een grote segregatiemachine doordendert. Ons huurbeleid is tenslotte nog altijd gericht op een vrij kleine doelgroep; mensen met de laagste inkomens, mensen uit de maatschappelijke opvang, urgenten. Zo lang corporaties niet anders mogen toewijzen, ontstaan er steeds meer concentraties van armoede in specifieke wijken in de grotere Nederlandse steden. Met alle gevolgen van dien. De tussenconclusie van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid: “De oplossing van Rotterdam Zuid ligt buiten Rotterdam Zuid. Deze conclusie gaat op voor alle twintig wijken uit het rapport leefbaarheid en veiligheid van Minister de Jonge. Zijn oproep om een einde te maken aan de ‘Not In My Backyard’ (NIMBY)-cultuur is dan ook hoopvol. We moeten niet alleen kijken naar hoe en waar we zo snel mogelijk kunnen bijbouwen, maar ook voor wie. Wat hebben bewoners en hun wijk nodig en wat kan de wijk aan? In veel wijken waar in het verleden heel snel heel veel woningen zijn gebouwd, ervaren bewoners nu veel problemen rondom leefbaarheid en veiligheid. Alle ambities ten spijt, als je teveel focust op de cijfers en niet op de verhalen zal beleid falen en worden goede maat- schappelijke initiatieven in de kiem gesmoord. Wat als het lukt, maar we vergeten voor wie we het doen? Gelukkig bieden uitdagingen vaak kansen. Juist de enorme urgentie en opgave geeft ons de kans om ervoor te zorgen dat we die scherpe segregatie tegengaan. Als we meer kijken vanuit het collectieve belang en het perspectief van de wijk en wat daar nodig is, kunnen we ervoor zorgen dat buurten met problemen inclusieve buurten worden, waar bewoners naar elkaar omkijken. Sander Heinsman is voorzitter Raad van Bestuur Portaal

RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=