CorporatieGids Magazine
JUNI 2025 I 33 32 I CORPORATIEGIDS MAGAZINE Sander Heinsman, bestuursvoorzitter Portaal Column De schijnzelfstandigheid van corporaties: wanneer kiest het Rijk eindelijk voor de volkshuisvesting? Afgelopen weken werd maar weer eens pijnlijk duidelijk hoezeer woningcorporaties gevangen zitten tussen twee werelden: die van zelfstandige maatschappelijke ondernemingen en die van uitvoeringsorganisaties van rijksbeleid. Met het afblazen van de huurbevriezing door het demissionaire kabinet onderstreepte onze overheid haar regierol niet erg serieus te nemen – en zo haar maatschappelijke partners, de corporaties, keer op keer in een spagaat dwingt. Wie het dossier volgt, weet: dit is geen incident. Al sinds de afschaffing van de Rijksbijdragen in 1995 worden corporaties geacht zelfstandig te opereren – in financiële én bestuurlijke zin. Tegelijk grijpt het Rijk in zodra het politiek uitkomt: of het nu gaat om de invoering van de verhuurderheffing, de vennootschapsbelasting, prestatieafspraken onder dreiging van dwangmaatregelen, of – zoals nu – het niet nakomen van beloften aan huurders. Dat zet kwaad bloed. Want hoe zelfstandig ben je nog als je geen winst mag maken, maar wél vennootschapsbelasting betaalt, zelf je huurbeleid moet voeren, maar bij elke verkiezing plots de speelbal bent van politieke symboliek, lokale prestatie- afspraken sluit, maar landelijk financieel wordt uitgeknepen? Het Rijk lijkt niet te willen kiezen: zijn corporaties nu staatsbedrijven of maatschappelijke ondernemingen? De institutionele spagaat waarin zij zich bevinden, tast hun slagkracht en geloofwaardigheid aan – bij huurders én bij lokale overheden. De prijs wordt betaald door huurders én woningzoekenden Uiteindelijk zijn het de mensen met de kleinste portemonnee die de prijs betalen. Zittende huurders zien de energielasten rap stijgen, woningzoekenden blijven eindeloos wachten. De beloofde boodschappenbonus was geen wondermiddel, maar wel een noodzakelijke adempauze. Het kabinet trok zich terug – zonder visie, zonder alternatief. Tegelijkertijd groeit de groep woningzoekenden die geen kant op kan: starters, gezinnen, ouderen die kleiner willen wonen. Zij worden de stille slachtoffers van een overheid die wél verantwoordelijkheid neemt op papier, maar zich in de praktijk onttrekt aan regie en financiering. De volkshuisvesting verdient een duidelijke keuze We mogen in Nederland best trots zijn op wat we met de volkshuisvesting hebben opgebouwd. De kwaliteit en betaalbaarheid van onze sociale huurvoorraad is – ondanks alles – nog steeds van hoog niveau in vergelijking met veel andere landen. Maar die verworvenheid is geen vanzelfsprekendheid. Jarenlange politieke wispelturigheid, financiële uitputting van corporaties en het ontbreken van langetermijnbeleid holt het fundament uit. Dat is zonde – en gevaarlijk. De wooncrisis vraagt om duidelijke keuzes. Kiezen we voor een sterke volkshuisvesting als oplossing voor structurele problemen op de woningmarkt? Of laten we het stelsel verder afbrokkelen onder het mom van financiële zelfstandigheid die in de praktijk niet bestaat? Kies vóór de volkshuisvesting Het is tijd dat het Rijk kleur bekent. Ofwel corporaties zijn publieke instrumenten van volkshuisvestingsbeleid – dan hoort daar ook structurele financiering, politieke consistentie en bestuurlijke loyaliteit bij. Óf ze zijn zelfstandige maatschappelijke onder- nemingen – dan stopt het gegraai in hun middelen en krijgen zij de ruimte om zelf invulling te geven aan hun opdracht. Wat niet meer kan, is deze hybride tussenoplossing die vooral leidt tot financiële uitholling, bestuurlijke frustratie en politieke willekeur. Zolang de overheid haar verantwoordelijkheid afschuift en tegelijkertijd de regie niet loslaat, staat de corporatie klem – en staat de huurder, én de woningzoekende, in de kou.
RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=