Lefier: Gebruikmaken van herbruikbare koppelingen vereenvoudigt implementaties en beheer

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

One-stop-shopping of toch een keuze voor best-of-breed? Corporaties die voor het laatste kiezen, hebben vaak te maken met een ICT-landschap dat bestaat uit een ERP-systeem en verschillende expertsystemen. Systemen die – uiteraard – naadloos op elkaar aan moeten sluiten om processen goed te ondersteunen. Om niet steeds opnieuw het wiel uit te hoeven vinden, maakt woningcorporatie Lefier uit Groningen gebruik van ‘herbruikbare koppelingen’. CorporatieGids Magazine ging daarover in gesprek met René Rademaker en Arjen de Vries, beiden Adviseur Informatievoorziening.

Herbruikbare koppelingen werken net als ‘normale’ koppelingen, legt René uit. “Het verschil is echter dat wanneer de koppeling is gebaseerd op de Volkshuisvesting Enterprise Referentie Architectuur, ofwel de VERA-standaard, hij ook direct bij een andere corporatie kan worden gebruikt.”

CORA als leidraad
Systemen kunnen daarmee sneller op elkaar worden aangesloten. “De gekozen inrichting binnen een applicatie is daarbij wel van invloed,” gaat René verder. “Wanneer deze niet standaard is, werkt de koppeling wel in technische zin maar niet in functionele zin. Dan is extra inrichting en finetuning nodig om ervoor te zorgen dat de gegevens juist worden uitgewisseld via de koppeling. Overeenstemming over gebruikte velddefinities en inzicht in processtappen die gebruikmaken van een koppeling zijn daarbij essentieel. De gedefinieerde processen uit de Corporatie Referentie Architectuur – CORA – vormen voor ons een belangrijke leidraad.”

Centrale kern
Lefier maakt in haar ICT-landschap gebruik van een ‘2-speed-strategy’. In andere woorden: een centrale kern met daar omheen verschillende expertoplossingen. Arjen: “Wij hebben daarbij de keuze gemaakt voor de Datarotonde van ISRES dat als centrale kern in verbinding staat met alle applicaties en de verbinding legt tussen systemen. Wanneer je geen centrale kern hebt, moet je ieder systeem apart aan elkaar koppelen. Als je bijvoorbeeld acht applicaties hebt, betekent dit dat je 28 verschillende koppelingen moet installeren, onderhouden én updaten. Met een centrale kern heb je – in het voorbeeld van acht applicaties – maar acht koppelingen nodig. Een bijkomend voordeel is dat veel leveranciers ook standaard koppelvlakken hebben ontwikkeld, wat de verbinding tussen systemen nog makkelijker maakt.”

Niet vanaf de grond af aan
René beaamt dat het implementeren van koppelingen hierdoor een stuk makkelijker is geworden. “Het vertrekpunt is iets dat eerder is gedaan, waardoor we niet vanaf de grond af aan ontwikkelen. Zeker wanneer er sprake is van op de VERA standaard gebaseerde koppelingen komt dit optimaal tot zijn recht. Daarom stellen wij dan ook VERA als randvoorwaarde bij de aanschaf van software waarvoor koppelingen noodzakelijk zijn. Hiermee wordt het op lange termijn eenvoudiger om van leverancier te wisselen, waardoor ‘Vendor lock-in’ kleiner wordt of zelfs verdwijnt.”

Volgens Arjen betekent het ook meer flexibiliteit bij het testen van software. “Omdat applicaties alleen met de centrale kern in verbinding staan, kun je ze gemakkelijk afzonderlijk testen. Dat hoeft niet langer integraal gedaan te worden.”

Grip houden op gegevens
“Door de toenemende digitalisering wordt het steeds lastiger om grip te houden op je gegevens en de datastromen,” gaat René verder. “Dat geldt bijvoorbeeld ook voor alle gegevens die over het vastgoed moeten worden vastgelegd. Door ontwikkelingen als BIM, sensortechnologie en ketensamenwerking zie je diverse externe dataplatformen ontstaan. Het voordeel daarvan is dat verschillende partijen dezelfde informatiebron kunnen gebruiken. En, afhankelijk van hun rol, ook bijwerken en actueel houden. Een deel van die gegevens zijn echter ook nodig voor de interne bedrijfsvoering. Door het inzetten van de Datarotonde kunnen we de externe gegevens synchroniseren met onze eigen systemen.”

Koppelen van applicaties
Op de vraag of herbruikbare koppelingen een ‘must’ zijn voor corporaties, zegt Arjen: “Dat ligt uiteindelijk aan de structuur van de organisatie. De verwachting voor Lefier is dat wij de komende jaren steeds meer gebruik zullen maken van SaaS-applicaties. Hierdoor komt de crux te liggen op het koppelen van diverse applicaties. De herbruikbaarheid maakt het gebruik en de implementatie van koppelingen goedkoper. Daarbij hebben we als uitgangspunt dat we op de lange termijn alle applicaties vanuit de cloud willen afnemen, wat alleen lukt met een centraal koppelpunt. Een bijkomend voordeel is dat je hiermee data consistent houdt binnen de hele organisatie, en er geen informatie-eilandjes ontstaan.”

Heldere strategie en visie
“Voor corporaties waarbij one-stop-shopping voldoende is om aan de organisatiewens te voldoen, is de noodzaak van herbruikbare koppelingen minder groot dan bij Lefier,” sluit René af. “Het is dan belangrijk een heldere ICT-strategie en -visie aan voor de toekomst te hebben. Hoe verwacht je dat het applicatielandschap van de toekomst eruit ziet? Wanneer je hier antwoord op kunt geven, wordt direct het belang van herbruikbare koppelingen duidelijk. Voor Lefier is in ieder geval helder dat de informatie uit de koppelvlakken aan meerdere afnemers wordt aangeboden. Een centraal koppelpunt in je ICT-landschap biedt in dat geval uitkomst en zorgt ervoor dat je hier beter grip op kunt houden.”

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: Stella Dekker